Pijler 3 binnen het mobiliteitsbudget is bedoeld voor werknemers die hun volledige mobiliteitsbudget niet hebben uitgegeven aan milieuvriendelijke voertuigen (Pijler 1) of duurzame mobiliteitsopties en huisvestingskosten (Pijler 2). Het resterende bedrag wordt aan de werknemer uitgekeerd in cash, maar met specifieke voorwaarden en fiscale regels.
Kenmerken van Pijler 3
Netto-uitkering van het resterende budget:
Het bedrag dat overblijft eind van het calendar jaar, na uitgaven in Pijler 1 en 2, wordt aan de werknemer uitgekeerd in cash.
Deze uitkering is netto en wordt onderworpen aan een bijzondere sociale bijdrage van 38,07%.
Deze bijdrage is verschuldigd door de werknemer, maar er wordt geen extra belasting toegepast op dit bedrag.
De betaling wordt uitgevoerd via het loon van januari van het mobiliteitsbudgetjaar +1.
Doelstelling van Pijler 3:
Het biedt werknemers flexibiliteit om hun ongebruikt mobiliteitsbudget terug te krijgen.
Het stimuleert werknemers om bewust keuzes te maken voor duurzame mobiliteitsopties (Pijler 2) of milieuvriendelijke bedrijfswagens (Pijler 1).
Praktisch voorbeeld
Een werknemer krijgt een mobiliteitsbudget van €10.000 per jaar. Na uitgaven in Pijler 1 (€7.000 voor een elektrische wagen) en Pijler 2 (€2.000 voor openbaar vervoer en fietsvergoeding), blijft er €1.000 over. Dit bedrag wordt uitgekeerd via Pijler 3 met een inhouding van 38,07%:
Resterend budget: €1.000
Bijdrage (38,07%): €380,70
Netto-uitkering: €619,30
コメント